Kampioenen ’14-’18: Voetbal in neutraal Nederland

Bij Uitgeverij Just Publishers verschijnt op 10 november:  Kampioenen ’14-’18: Voetbal in neutraal Nederland

Anton Slotboom, Roger Rossmeisl,
Herman Starink en Menno Pot

Op 11 november is het 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog eindigde. Nederland bleef neutraal tussen 1914 en 1918, maar de ‘Grote Oorlog’ was wel op talloze manieren voelbaar in de Nederlandse samenleving. De maatschappij veranderde bliksemsnel.

Het Nederlandse voetbal weerspiegelde de oorlog in het klein. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging het landskampioenschap naar vier clubs die nog altijd actief zijn in het betaalde voetbal: Sparta (1915), Willem II (1916), Go-Ahead (1917) en Ajax (1918). Vier clubs met een eigen identiteit en een eigen verhaal. In dit boek staan daarom deze clubs centraal. Ze symboliseren samen de ontwikkeling die het Nederlandse voetbal begin 20e eeuw doormaakte.

Van de mobilisatie van het leger tot de ‘staat van beleg’ in het zuiden van het land. Van Belgische oorlogsvluchtelingen tot geïnterneerde militairen van de oorlogvoerende landen. Het voetbal kreeg ermee te maken: er werd een noodcompetitie ingesteld, omdat clubs spelers moesten afstaan aan het leger en dus geen representatieve elftallen konden opstellen.

Het voetbal maakte juist tijdens de Eerste Wereldoorlog grote verandering door. Voetbal was vóór de oorlog nog een elitesport die alleen deftige landskampioenen uit de grote steden van West-Nederland voortbracht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde het zich tot een landelijke volkssport voor alle lagen van de bevolking.

Het deftige Sparta bouwde het eerste moderne clubstadion. Willem II haalde de landstitel voor het eerst naar het zuiden. Go-Ahead was de eerste arbeidersclub die de landstitel greep, met een geïnterneerde Engelsman als sterspeler. Een andere Engelse oorlogsvluchteling, Jack Reynolds, maakte van Ajax een topclub. En het clublied van Ajax werd gecomponeerd door een oorlogsvluchteling uit België.

De clubspecialisten Anton Slotboom (Sparta), Roger Rossmeisl (Willem II), Herman Starink (Go-Ahead) en Menno Pot (Ajax) reconstrueren het verhaal van de ‘oorlogslandstitel’ die hun club veroverde en schetsen zo een beeld van een Nederlandse volkssport in ontwikkeling, in de schaduw van de ‘Grote Oorlog’.