Sterftecijfer in verpleeghuizen weer net zo hoog als in de tweede golf

Het percentage sterfgevallen in de verpleeghuizen is weer net zo hoog als in de tweede coronagolf in november vorig jaar, voor de vaccinaties. Dat zegt hoogleraar ouderengeneeskunde Cees Hertogh. Uit de meest recente data blijkt dat zo’n 22 procent van de gevaccineerde bewoners na een besmetting overlijdt. De afnemende effectiviteit van de vaccins, vooral bij ouderen, is hier een van de oorzaken van.

Ook de kwetsbaarheid van de verpleeghuisbewoners en de eigenschappen van de deltavariant spelen volgens de hoogleraar een rol. “Die is niet alleen besmettelijker dan eerdere varianten, maar kent bij kwetsbare ouderen mogelijk ook vaker een fatale afloop.”

De hoogleraar onderzocht de data van bijna 400 gevaccineerde en besmette verpleeghuisbewoners op verzoek van het Outbreak Management Team, waar hij deel van uitmaakt, en het ministerie van Volksgezondheid.

Recordaantal besmettingen

In 970 verpleeghuizen, zo’n 40 procent van alle locaties, zijn in de afgelopen vier weken bewoners positief getest. Dat is het hoogste aantal sinds het begin van de pandemie. Het oude record was op 9 januari, bij het begin van de vaccinatiecampagne. Toen hadden 876 verpleeghuizen minstens één recente besmetting.

De symptomen bij een besmetting zijn door de hoge vaccinatiegraad wel een stuk milder. “Toch verslechtert een deel van de besmette bewoners snel.”

Boosters

Deze week starten de meeste verpleeghuizen met het toedienen van boostervaccins aan de bewoners. De hoop is dat de boosters het sterftecijfer omlaag zullen brengen. “We kunnen het aantal besmettingen en de overdracht daarvan met de extra vaccinatie helpen terugdringen. En in tweede instantie ook het risico op ernstige ziekte”, zegt Hertogh.

Chaos in de registratie

Het is voor de onderzoekers moeilijk om de situatie in de verpleeghuizen goed in kaart te brengen omdat de registratie van de vaccinaties nog steeds een chaos is. Het ene verpleeghuis heeft het in het medicatiesysteem geregistreerd, het andere in het elektronisch patiëntendossier en weer een ander alleen op papier. “Er worden wel tien systemen gebruikt, dat hindert ons echt in het doen van onderzoek”, zegt Cees Hertogh.

De analyse van de cijfers is gedaan op basis van data waarbij gegevens over vaccinatie wel konden worden gekoppeld aan de gegevens over het aantal besmettingen. “We hebben data, maar als er centrale regie was geweest op de registratie, hadden we over veel meer kunnen beschikken.”

In Belgische verpleeghuizen werd eind september al begonnen met het toedienen van de boosters. Daar is inmiddels een duidelijke kentering in het aantal besmettingen te zien.

Toch is het te makkelijk om te zeggen dat we in Nederland te laat zijn, zegt de hoogleraar. “De ontwikkelingen gaan razendsnel. De manier waarop we naar die boosters kijken is gekanteld. Aanvankelijk werd gedacht dat we ze alleen nodig hadden om een ernstig ziekteverloop te voorkomen. Omdat vaccins op termijn wat minder effectief worden, zeker bij ouderen. Inmiddels willen we ze dus ook gebruiken om het aantal besmettingen terug te dringen.”

In de laatste update van het Europees gezondheidsinstituut ECDC wordt nu een termijn van zes maanden na vaccinatie genoemd als optimaal moment voor het toedienen van de booster. Dat betekent dat in de ideale situatie verpleeghuizen in september gestart hadden moeten zijn met het toedienen van de boosters.

Ook het ECDC wijst erop dat de inzichten over de boosters en de effectiviteit van de vaccins snel veranderen.