Excuses voor slavernijverleden toch vandaag

Minister-president Mark Rutte heeft vanmiddag tijdens een toespraak excusesaangeboden voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. De minister-president uitte zijn excuses in het Nationaal Archief in Den Haag in aanwezigheid van vertegenwoordigers van organisaties die zich sterk maken voor erkenning van de gevolgen van slavernij.

In Suriname en op Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba gaan leden van het kabinet na de toespraak met betrokken organisaties en autoriteiten in gesprek over wat die excuses ter plekke betekenen.

Wie heeft kritiek op deze datum?

Eind november lekte uit dat het kabinet van plan is om vandaag excuses aan te bieden, in de aanloop naar het herdenkingsjaar 2023. Dat leidde tot verbazing en frustratie bij een aantal maatschappelijke organisaties en stichtingen. Het zit ze dwars dat de datum niet met hen is gedeeld en dat de spijtbetuiging “halsoverkop” leek te komen.

Zes organisaties stapten naar de rechter, maar werden in dit kort geding niet in het gelijk gesteld. Onder Nederlanders van Indonesische afkomst klonk bovendien de kritiek dat de excuses te veel gericht zijn op Suriname en het Caribisch gebied.

In Suriname zelf groeide daarnaast de onvrede: het Surinaamse Nationaal Comité Herdenking Slavernij wil dat het Nederlandse kabinet zich uitspreekt op 1 juli 2023. Dan is het precies 160 jaar geleden dat de slavernij in de Nederlandse koloniën officieel werd afgeschaft en 150 jaar geleden dat er ook in de praktijk een einde aan kwam. Om die reden is de datum voor velen van groot symbolisch belang.

In onderstaande kort fragment uit “Even tot hier” uitgelegd in een minuut.